Personeel EnergyVille betrekt nieuw gebouw campus EnergyVille op Thor park in Waterschei
Vandaag heeft het personeel van EnergyVille voor het eerst haar nieuwe gebouw betrokken in Waterschei. In totaal 200 energie-onderzoekers verhuisden daarvoor vanuit hun voormalige werkplekken bij VITO in Mol en KU Leuven en imec in Leuven naar Waterschei. Op die manier verenigt EnergyVille het Vlaamse energieonderzoek letterlijk onder één dak. Het ruime gebouw, de nieuwe faciliteiten en de prachtige omgeving werden alvast warm onthaald. Onderzoeker Jeroen Büscher: ‘We werken al een tijdje samen, maar dit gebouw laat de samenwerking echt zien en voelen. Inspirerend!’ Het gebouw werd gerealiseerd met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de Vlaamse Regering, POM Limburg, Stad Genk en LRM.
EnergyVille is een samenwerking tussen de Vlaamse onderzoekspartners KU Leuven, VITO, imec en UHasselt op het gebied van duurzame energie en intelligente energiesystemen. Onze onderzoekers leveren expertise aan de industrie en overheden over energie-efficiënte gebouwen en intelligente netwerken voor een duurzame stedelijke omgeving. Dit omvat bijvoorbeeld slimme netwerken en geavanceerde stadsverwarming en -koeling.
Een van de doelstellingen van EnergyVille is om een van de top vijf Europese instituten te worden op het gebied van innovatief energieonderzoek. In deze context is het centrum vanaf het begin ingebed in belangrijke nationale en internationale netwerken. Het omvat onderzoek, ontwikkeling, training en innovatieve industriële activiteiten onder één naam en in nauwe samenwerking met lokale, regionale en internationale partners.
EnergyVille wil een drijvende kracht zijn in het Thor-wetenschapspark in Genk op het gebied van onderzoek, bedrijfsontwikkeling en het creëren van werkgelegenheid. In Thor-industriepark vormen we een aantrekkingspool voor energiebedrijven zodat ondernemerschap, innovatie, nieuw economisch weefsel en uiteindelijk een nieuwe markt rond hernieuwbare energie ontstaat. Het onderzoekscentrum wordt ondersteund door de stad Genk, de Vlaamse Overheid, de Provincie Limburg, LRM, Nuhma, POM Limburg en de Europese structuurfondsen.