Project Excess onderzoekt energiepositieve gebouwen in 4 klimaatzones

Nieuws16-10-2019

Begin oktober werd in Graz het H2020 Excess-project officieel opgestart. Het project brengt 21 partners samen uit 8 Europese landen en wordt gecoördineerd door het Joanneum Onderzoeksinstituut. Het doel van dit vierjarig project is aan te tonen dat het mogelijk is bijna-energieneutrale woningen om te bouwen tot energiepositieve gebouwen (Positive Energy Buildings of PEB’s). Dit zijn gebouwen die, na renovatie, meer energie opwekken dan ze nodig hebben. Het project focust op nieuwe technologieën, materialen en ICT-oplossingen voor energiepositieve gebouwen. De technologieën worden bovendien getest in 4 klimaatzones, EnergyVille/VITO onderzoekt de opschaling van de woningen naar PEB-woningen en is betrokken bij de Belgische demo die samen met de sociale huisvestigingsmaatschappij Cordium in Hasselt werd opgestart.

Energiepositieve gebouwen

Om Europa klimaatneutraal te maken tegen 2050 is het verduurzamen van het gebouwenbestand in Europa een belangrijke vereiste. Bijna-Energieneutrale (BEN) woningen maakten al geleidelijk hun opkomst, maar zijn nog niet voldoende om de doelstellingen te behalen. Een belangrijke rol is daarom weggelegd voor energiepositieve gebouwen (Positive Energy Buildings of PEB’s). PEB’s zijn gebouwen die doorheen een jaar meer energie opwekken dan ze verbruiken. Ze maken daarbij zoveel mogelijk gebruik van de eigen opgewekte hernieuwbare energie (in plaats van enkel het net te gebruiken om seizoensspecifieke onbalansen op te vangen). Wat niet verbruikt wordt, wordt opgeslagen of gebruikt om nabijgelegen woningen te voorzien van energie.

PEB’s zullen een belangrijke rol spelen in energiepositieve wijken (Positive Energy Districts  of PED’s), maar vragen nog wat technologische ontwikkeling op het vlak van materialen, technologieën, ICT, regelgeving, etc.. Het Europese H2020 Excess-project, dat gecoördineerd wordt door het Joanneum Onderzoeksinstituut, speelt hierop in en onderzoekt in 4 verschillende klimaatzones (Finland, Oostenrijk, België en Spanje) hoe PEB’s verder geoptimaliseerd, geïmplementeerd en gedemonstreerd kunnen worden. De focus ligt daarbij niet alleen op nieuwe materialen, technologieën en geïntegreerde technologische systemen, maar ook op het optimaliseren van de wisselwerking tussen de lokale energieproductie, opslag en het verbruik op gebouw- en wijkniveau. Daarmee worden individuele technologieën ingeschakeld in een groter systeem wat lokale uitwisseling van energie en nieuwe diensten mogelijk maken.

Energiepositieve sociale woningen in Hasselt

EnergyVille/VITO onderzoekt de opschaling van de PEB-woningen en is mee betrokken bij de technologische ontwikkeling van thermische energieopslag en energiemanagementsystemen in de Belgische demo. Deze Belgische demo werd ontwikkeld in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappij Cordium in Hasselt. “De woningen van Cordium zijn aangesloten op een warmtenet dat gevoed wordt met verschillende warmtebronnen zoals ondiepe geothermie en zonnewarmte, aldus Johan Van Bael en Koen Allaerts. “Daarnaast wordt er in elke woning thermische energieopslag voorzien om nog meer flexibiliteit te creëren en optimaal gebruik te maken van alle beschikbare energie. Elke woning kan bovendien individueel zijn verbruik monitoren via een persoonlijk gebruikersportaal.”

Naast Hasselt, worden ook in 3 andere klimaatzones energiepositieve woningen onderzocht. Voor de Finse demo zal een nieuw type bodemwarmtewisselaar voor een diepteboring van 800m ontwikkeld worden in combinatie met een aangepaste warmtepomp. De belangrijkste innovatie in de Oostenrijkse demo is een multifunctioneel façade-element met geïntegreerde fotovoltaïsche zonnepanelen en een geothermische warmtepomp, gelinkt aan een slim energiemanagementsysteem en een aangepaste tariefstructuur. In de Spaanse demo zullen de energiepositieve woningen maximaal gebruik maken van conventionele fotovoltaïsche zonnepanelen. De opgewekte energie zal zo veel mogelijk direct verbruikt worden in het gebouw. Overschotten zullen opgeslagen worden in een batterij voor dagelijks gebruik.

Het project werd samen met de 21 betrokken partners begin oktober 2019 officieel opgestart en loopt over een periode van vier jaar. Door middel van co-innovatie en het toepassen van de technologieën over meerdere sites zullen de verschillende oplossingen voor PEB’s op technisch, economisch en sociaal vlak gevalideerd kunnen worden en een optimale uitrol van PEB-concepten in de toekomst faciliteren.