Fact Check: hoeveel ondersteuning werd al toegezegd voor wind- en zonne-energie?
De Vlaamse overheid ondersteunt de productie van hernieuwbare elektriciteit met een systeem van groenestroomcertificaten. De federale overheid biedt ondersteuning voor windturbines op zee. Steun is nodig om voldoende zekerheid te bieden aan investeerders. Daarnaast moet de maatschappelijke kost zo beperkt mogelijk gehouden worden.
In de afgelopen jaren is al voor een aanzienlijk bedrag aan ondersteuning toegezegd. Deze fact check geeft een raming van de totale opgebouwde ondersteuningsverplichtingen voor zon (fotovoltaïsche energie), wind op land en op zee. Omdat deze steun beschikbaar is gedurende tien tot twintig jaar na de indienstname van de installaties, bestaan er verplichtingen tot en met 2038.
DOOR WOUTER WETZELS, PIETER LODEWIJKS & RONNIE BELMANS
Behalve deze verplichtingen worden er ook Vlaamse certificaten toegekend aan biomassainstallaties en aan warmtekrachtkoppeling. We brengen die niet in kaart in deze nota.
Zon – fotovoltaïsche energie
Vlaanderen heeft groenestroomcertificaten toegekend aan fotovoltaïsche installaties met een totaal vermogen van 2,2 elektrische Gigawatt (GWe). Van dit vermogen is 91% in dienst genomen tussen 2009 en 2012. Het totale steunbedrag dat deze installaties tot en met 2032 zullen ontvangen, wordt geraamd op 12,2 mld €.
De duur van de ondersteuning voor fotovoltaïsche energie is 10, 15 of 20 jaar, afhankelijk van het tijdstip van indienstname. De hoogte van de ondersteuning is in de loop van de tijd afgebouwd. Op dit moment bestaat er geen ondersteuning meer voor kleinschalige installaties (tot en met 10 kWe).
Wind op land
Vlaanderen heeft inmiddels groenestroomcertificaten toegekend aan windturbines op land met een totaal vermogen van 665 MWe. Het totale steunbedrag dat deze installaties tot en met 2030 zullen ontvangen wordt geraamd op 1,3 miljard €.
Ook vandaag wordt wind op land ondersteund met groenstroomcertificaten, waardoor het steunbedrag nog zal toenemen en de periode tot na 2030 zal verlengen.
Wind op zee
De federale overheid biedt ondersteuning voor wind op zee. Vandaag is er ruim 700 MWe operationeel en zijn er concessies goedgekeurd voor een totaal windvermogen van 2.245 MWe. In de berekening gaan we ervan uit dat dit totaal vermogen zal geïnstalleerd worden en maken we onderscheid tussen twee manieren om deze windmolenparken aan te sluiten op het landnet:
- via een modulair net (stopcontact op zee): windmolenparken worden aangesloten op een hoogspanningsstation op zee, dat op zijn beurt wordt aangesloten op het landnet.
- rechtstreeks aan het landnet
Wanneer er een stopcontact op zee wordt aangelegd, ramen we de totale benodigde ondersteuning op 15,8 miljard euro. Zonder stopcontact op zee bedraagt de totale benodigde ondersteuning 16,9 miljard euro.
Besluit
Het ondersteuningsbeleid van Vlaanderen en de federale overheid dient om investeringen in hernieuwbare energie te stimuleren. Hernieuwbare energieproductie maakt ons minder afhankelijk van import van fossiele brandstoffen maar vergt aanzienlijke investeringen, er treedt dus een verschuiving op van hoge variabele kosten naar investeringskosten. De afgelopen jaren werd er veel bijgeleerd en werd vooral het Vlaamse ondersteuningsbeleid voor fotovoltaïsche installaties aangepast om oversubsidiëring tegen te gaan.
Sinds 2013 is de waarde van groenestroomcertificaten in Vlaanderen voor nieuwe installaties bijvoorbeeld variabel, terwijl die vóór 2013 nog vast lag lag vanaf de indienstname. Daardoor is vanaf 2013 de hoogte van de groenestroomcertificaten afhankelijk van de evolutie van investeringskosten en elektriciteitsprijs. Ook na indienstname kan de steun dus aangepast worden: bij een dalende elektriciteitsprijs zal de steun voor een operationele zonne- of windinstallatie via groenestroomcertificaten toenemen. Ook voor wind op zee kan het steunbedrag elke 3 jaar worden aangepast, gerelateerd aan de elektriciteitsprijs.
In 2014 bedroeg het aandeel hernieuwbare energie in het bruto finaal energieverbruik in België net geen 8%, de hernieuwbare elektriciteitsproductie bedroeg 13,36% van het bruto eindverbruik van elektriciteit. Om de 2020 doelstellingen voor hernieuwbare energie (13% voor België) te realiseren zal er ook de komende jaren nog stevig moeten geïnvesteerd worden, waardoor het totale steunbedrag nog zal toenemen.
Terwijl er gestreefd wordt naar lagere, competitieve elektriciteitsprijzen, worden de investeringskosten en steun voor hernieuwbare energie in de huidige marktomgeving buiten de elektriciteitsprijs om verhaald op de eindgebruiker. Een grondige analyse dringt zich op over de vraag hoe een marktomgeving met meer en meer hernieuwbare energie in de toekomst zal werken en welke economische signalen (op korte en lange termijn) dit zal genereren. De steunmechanismen moeten aanpasbaar zijn zodat ze ten allen tijde optimaal afgestemd kunnen worden aan de technologische, markt- en systeemtechnische evoluties.
EnergyVille is klaar om samen met de overheid zo’n multidisciplinaire studie aan te pakken en zo een objectieve basis aan te brengen voor een succesvolle transitie van het energiesysteem.
BRONNEN
- VREG, Evolutie van het aantal zonnepanelen en hun vermogen (1/03/2016), http://www.vreg.be/nl/groene-stroom
- VREG, Geïnstalleerde productiecapaciteit groene stroom in Vlaanderen (3/3/2016), http://www.vreg.be/nl/groene-stroom
- Vlaams Energieagentschap (VEA) , http://energiesparen.be/groene-energie-en-wkk
- Belgian Offshore Platform, http://www.belgianoffshoreplatform.be/
- Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen (4 april 2014)