Energie voor de eeuwigheid: KU Leuven Sonoor podcast met professor Lieve Helsen
Lieve Helsen (EnergyVille / KU Leuven) vertelt hoe je efficiënt en duurzaam verwarmt, hoe fair de energieprijzen zijn en hoe we koolstofneutraal worden tegen 2050.
Een verwarmingsinstallatie maakt warme lucht of warm water. Dat kan op verschillende manieren. Via aardgas, zoals bij condensatieketels. Of op zonne-energie, met een zonnecollector. Maar je kan ook warmte gebruiken die vrij beschikbaar is in de omgeving en vervat zit in de omgevingslucht, de bodem of het grondwater. Die moet je wel nog verder opwarmen, met een relatief kleine hoeveelheid elektriciteit, om ze op de gewenste temperatuur te krijgen. Dat is wat een warmtepomp doet. – Professor ingenieurswetenschappen Lieve Helsen, expert in thermische systemen.
Het ene systeem is al duurzamer dan het andere. “Duurzaamheid is cruciaal”, zegt ze. “Onze natuurlijk rijkdommen zijn beperkt, dus we moeten er héél zorgzaam mee omspringen.”
“Aan fossiele brandstoffen zijn nadelen verbonden. De verbranding van gas of mazout leidt tot CO2–uitstoot, maar er komen ook andere polluenten vrij. Stikstofoxide, bijvoorbeeld, dat meespeelt bij ozonvorming en verzuring. Wanneer een gasketel slecht is afgesteld, loop je ook kans op de vorming van koolstofmonoxide, wat kan leiden tot CO-vergiftiging. Slecht afgestelde mazoutketels voegen er nog roetdeeltjes aan toe, fijne deeltjes die hun weg vinden in ons ademhalingssysteem. Een warmtepomp daarentegen maakt gebruik van elektriciteit. En die zal op termijn uitsluitend worden geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen of met koolstofneutrale technologieën.”
Collectief denken
Om een verwarmingssysteem zo duurzaam mogelijk te maken moet je ervoor zorgen dat je in huis de vraag naar warmte beperkt. “Door goed te isoleren, luchtdichtheid te verbeteren en dubbel glas te plaatsen”, zegt Helsen. “Je hoeft daar niet in te overdrijven. Op een bepaald moment gaat extra isolatie nog maar weinig bijkomend voordeel opleveren. Je moet zoeken naar een evenwicht tussen de kwaliteit van de gebouwschil en je energiesysteem. Je kan de twee niet los van elkaar zien.”
Volgens Helsen moeten we niet elk huis apart voorzien van zonnepanelen of een warmtepomp. “We zouden beter collectief denken. Je zou bijvoorbeeld één warmtepomp kunnen installeren die drie huizen van energie voorziet. Op extreem koude dagen kan een gasketel – die nog aanwezig is in één van de huizen – bijspringen. Als die gasketel einde levensduur is, kan die dan weer vervangen worden door een lucht-warmtepomp. Zo besparen we zowel in investerings- als werkingskost, én hebben we oog voor de waarde van materialen. Door collectief te denken creëer je synergie, dé manier om die duurzame technologieën haalbaar en betaalbaar te maken.”
Energiecrisis
Hoe kijkt ze naar de huidige energiecrisis? “Energie werd in het verleden onvoldoende naar waarde geschat. De huidige prijs is een eerlijkere prijs. Mensen springen nu bewuster om met energie en maken meer duurzame keuzes. Natuurlijk zijn er sociale correcties nodig voor wie zijn energiefactuur niet kan betalen. Die groep willen immers we mee op de kar richting meer duurzaamheid krijgen.”
“In de toekomst zullen we meer moeten inzetten op lokale, hernieuwbare energiebronnen en restwarmte of -koude, en ervoor zorgen dat we die flexibel kunnen inzetten en opslaan. Zo zullen we de bevoorrading beter kunnen voorzien, wordt de prijs stabieler en creëren we werkgelegenheid. Én we doen iets voor het klimaat en het milieu. Maar dat alles vraagt natuurlijk een langetermijnvisie, een systeembenadering en moed van onze beleidsmakers.”
Helsen besluit met een oproep tot meer ‘STEMpathie’. “STEM is een acroniem voor ‘science, technology, engineering and mathematics’”, zegt ze. “Naast technische skills moeten we als ingenieurs ook onze menselijke vaardigheden inzetten. Meer afgaan op ons gevoel en peilen naar wat er leeft in de samenleving. Met elkaar in interactie gaan, in plaats van te concurreren. In 2050 moet onze maatschappij koolstofneutraal zijn. Dat zal enkel lukken als we de krachten bundelen over disciplines en sectoren heen, met de neuzen in de juiste richting.”