Samenwerken met de Wereldbank aan duurzame ontwikkeling
EnergyVille/VITO werkt samen met de Wereldbank aan duurzame ontwikkelingsprojecten. Dat wordt nu concreet in de uitrol van batterijtechnologie voor elektriciteitsopslag in ontwikkelingslanden. Dankzij de hefboom van de internationale organisatie vindt de kennis en expertise van EnergyVille/VITO wereldwijd toepassing in koolstofarme energievoorziening.
De Wereldbank, die zijn hoofdkantoor in Washington heeft, werd na de Tweede Wereldoorlog opgericht om de heropbouw van (West-)Europa mee te financieren. Vandaag is het een van ‘s werelds grootste ontwikkelingsorganisaties. Door zogenaamde ‘zachte leningen’ te verlenen geeft de Wereldbank landen de mogelijkheid om de extreme armoede te verminderen, alsook de inkomensongelijkheid. Bij de toekenning van die leningen laat de organisatie zich sterk leiden door de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties – daar waar ze in het verleden meer focuste op infrastructuurprojecten.
“Al sinds de oprichting speelt België een voorname rol in de governance van de Wereldbank. Het vaardigt een van de 25 leidinggevende bestuurders af. Met die functie vertegenwoordigt ons land trouwens niet alleen zichzelf, maar ook landen als Tsjechië, Hongarije en Turkije.”, zegt Nathalie Francken, momenteel plaatsvervangend bestuurder voor België in Washington.
Hoewel het grootste deel van de ondersteunde projecten door de ontvangende landen gecoördineerd wordt, stuurt de Wereldbank ook eigenhandig initiatieven aan. EnergyVille/VITO heeft aan enkele daarvan meegewerkt, in de vorm van contractonderzoek. Een recent voorbeeld is ‘ThinkHazard!’, een tool waarmee projectleiders in een oogopslag de risico’s kunnen zien op overstromingen, aardbevingen en andere rampen. Voor het luik rond extreme hitte klopte de Wereldbank aan bij EnergyVille/VITO. ‘Dit was gesneden koek voor onze klimaatspecialisten’, zegt Arnoud Lust van EnergyVille/VITO. ‘De kennis en expertise voor zo’n tool hebben we al jaren in huis. Maar het is dankzij de Wereldbank dat we ze nu toegepast zien wereldwijd. Die hefboom valt moeilijk te onderschatten.’
Binnen grote organisaties zoals de Wereldbank is het belangrijk om continu op de radar te staan, wil je als stakeholder betrokken worden bij projecten. En dat wil EnergyVille/VITO. ‘De missie van de Wereldbank overlapt sterk met onze doelstellingen, zegt Lust. ‘Ook wij werken heel sterk rond de SDG’s. Via een meer structurele samenwerking hopen we onze impact te verhogen en de technologieën en toepassingen waaraan we meewerken, op wereldwijde schaal te implementeren.’
Daarnaast zorgt de betrokkenheid van EnergyVille/VITO ervoor dat Belgische bedrijven mee in het bad worden getrokken. ‘Zo komt dit ook onze eigen economie ten goede, wat ook aansluit bij onze eigen missie.’
De samenwerking tussen de Wereldbank en EnergyVille/VITO krijgt nu vorm binnen een ambitieus en grootschalig programma dat momenteel vanuit Washington wordt uitgerold. Dat behelst de introductie van batterijtechnologieën voor elektriciteitsopslag in ontwikkelingslanden. De Wereldbank heeft er zelf één miljard dollar voor veil – terwijl ze de komende tijd nog eens één miljard hoopt op te halen bij donoren en drie miljard bij private investeerders. ‘In vele landen in het zuiden is zonne-energie de eerste keuze als hernieuwbare energiebron’, zegt Jeroen Büscher van EnergyVille/VITO. ‘Maar er is een sterke variabiliteit in de stroomopwekking, en dus kan opslaginfrastructuur een oplossing bieden. Die willen we (helpen) voorzien in de vorm van stationaire batterijen.’ De batterijen zullen de stabiliteit van de (vaak nog aan te leggen) elektriciteitsnetten garanderen.
Voor de implementatie van de batterijtechnologie in het Zuiden, heeft de Wereldbank het Energy Storage Partnership opgestart. EnergyVille/VITO werkt nauw samen met het betrokken team. Recent ging Jeroen Büscher nog naar Washington om er zijn kennis te delen rond batterijstandaarden en ontvingen wij een delegatie in ons batterij-labo in EnergyVille. ‘We merken dat onze inbreng sterk wordt geapprecieerd’, zegt hij. ‘Het is belangrijk dat we er van meet af aan bij zijn, zodat we straks ook kunnen meewerken aan de technische uitrol.’
Het is overigens niet de bedoeling dat ontwikkelingslanden infrastructuur gaan bouwen enkel met Wereldbankmiddelen. ‘Uiteindelijk moeten we ervoor zorgen dat de privésector investeert in batterijtechnologie en energievoorziening’, zegt Arnoud Lust. ‘Het programma werkt zeer strategisch. Het brengt de obstakels in beeld die een uitrol van batterijtechnologie in de weg kunnen staan. Alsook de voor- en nadelen van specifieke technologieën. Vandaag zijn bijvoorbeeld vooral lithium-ion-batterijen populair, maar die worden in eerste instantie ontwikkeld voor elektrische auto’s. In hoeverre kunnen ze ook gebruikt worden als stationaire opslag in een warm klimaat? Dat moeten we uitzoeken door ook andere technologieën mee in rekening te nemen.’
‘De ondersteuning van de Wereldbank dient in de eerste plaats om de ontwikkeling te versnellen, en deze in de juiste richting te sturen (die van koolstofarme elektriciteitsvoorziening)’, vult Jeroen Büscher aan. ‘De projecten die worden opgestart, zijn vaak demo’s waarbij nieuwe technologieën een kans krijgen. Dat past mooi bij wat we ook bij EnergyVille/VITO doen: kennis inbrengen en de weg verkennen naar de implementatie van een specifieke technologie.’